Palliatieve zorg

De kracht van afscheid

In mijn werk als palliatief verpleegkundige sta ik vaak oog in oog met het levenseinde, niet alleen vanuit medisch oogpunt, maar vooral vanuit menselijkheid. Het begeleiden van iemand in de laatste fase van het leven is geen taak die louter draait om zorg; het gaat om luisteren, samen stil zijn, ruimte bieden aan verdriet, maar ook aan aanvaarding.

Afscheid nemen is een proces. Mensen doorlopen verschillende fasen, zoals boosheid, angst, verdriet, maar soms ook acceptatie. Dit zijn geen lineaire stappen, maar golven van emoties die elkaar kunnen overlappen. Het is mijn taak om in deze golven mee te bewegen, zonder te verdrinken, zonder te oordelen. En dat vraagt om een bijzondere vorm van nabijheid.

Een voorbeeld dat me recent raakte, was een vrouw die haar naderende einde had aanvaard. Dit klinkt zo eenvoudig, maar de weg naar aanvaarding is vaak lang en vol hobbels. Terwijl ze vanuit haar bed rustig sprak over haar uitvaart – over de witte kist die ze had uitgezocht, de foto's die tijdens de dienst zouden worden getoond en de muziek die daarbij hoorde – zag ik een rust in haar ogen. Het was alsof ze zich had neergelegd bij wat zou komen, zonder haar menselijkheid te verliezen. Ze besloot een laatste gedicht te schrijven, een stukje van haar ziel dat zou blijven voortleven na haar dood.

Het zijn deze momenten die mijn werk zo bijzonder maken. Het besef dat betekenis in de kleinste dingen schuilt – een gesprek, een blik, een hand die zacht wordt vastgehouden. Er zijn geen oplossingen voor het naderende einde, maar er is wel altijd ruimte voor verbinding. Soms is het delen van het verhaal, zonder meer, al voldoende.

De dood blijft een mysterie, maar in het licht van afscheid zie ik keer op keer hoe de mens de kracht vindt om te reflecteren op het leven. In die reflectie schuilt troost. Want hoe zwaar de weg ook is, er is altijd een manier om betekenis te vinden. Zelfs in het afscheid.

Deze bijdragen is geschreven voor Bart Cornelissen, TPV'er.